Geert van Maanen: ‘Veel mensen zijn nog steeds aan het opkrabbelen’
De coronaperiode betekende een flinke terugval voor de culturele sector in Zeeland. Theaters en musea moesten sluiten, opdrachten droogden op en in de steunmaatregelen leek de sector te worden overgeslagen. Mede daarom is tijdens de coronacrisis de Cultural Board Zeeland opgericht. Voorzitter Geert van Maanen: “Zonder cultuur krijgt ook de economie het moeilijk.”
“Zeeland is een lastige provincie voor de cultuur. Er wonen weinig mensen, verdeeld over dertien gemeenten."
Wat was de impact van de coronacrisis op de culturele sector in Zeeland?
“Die was natuurlijk enorm en dat was ook een van de redenen om de Cultural Board Zeeland op te richten. We zagen dat de cultuursector het heel zwaar had en dan vooral de zzp’ers. Er kwam uiteindelijk wel geld uit Den Haag, maar de cultuursector werd bepaald niet als eerste bediend. Daarbij ging het meeste geld naar de grote instellingen, terwijl het vooral de zzp’ers waren die opdrachten verloren. En dat betreft heel veel mensen. Niet alleen beeldend kunstenaars, maar ook tekstschrijvers, illustratoren, mensen die bedrijfsfilms maken of muziekles geven. De sector is heel groot en belangrijk en daar was weinig steun voor. Veel mensen in de cultuursector zijn nog steeds aan het opkrabbelen. Musea en festivals zijn wat betreft instroom van bezoekers nog niet terug op het niveau van voor de coronacrisis.”
Wat heeft u ondernomen om de gevolgen zoveel mogelijk tegen te gaan?
“Na de oprichting van de Cultural Board hebben we primair advies gegeven aan de Provincie en geprobeerd de cultuursector in maatschappelijk opzicht op een hoger niveau te brengen. De cultuur is niet zo goed georganiseerd als andere sectoren. Wat wij hebben gedaan is een bestuurlijke structuur aanbrengen, waarin de cultuur meepraat in allerlei netwerken, van regionaal niveau tot het kabinet. Dat was de eerste stap. Daarnaast hebben we nog tijdens de coronaperiode de eerste Cultuurdag georganiseerd. Zzp’ers zijn vaak onbekend bij de ambtenaren en dan wordt er ook niet aan hen gedacht. Daarom hebben we speeddates georganiseerd, waarbij ambtenaren en mensen uit de cultuursector elkaar konden ontmoeten en leren kennen. Dat was zo leuk dat we inmiddels een tweede dag hebben gehad.”
Welke rol speelde de Provincie Zeeland daarin?
“Zeeland is een lastige provincie voor de cultuur. Er wonen weinig mensen, verdeeld over dertien gemeenten. Dat maakt dat het cultuurbeleid erg versnipperd is en er weinig geld en ambtenaren voor beschikbaar zijn. De Provincie moet die rol wel overnemen, dat is onvermijdelijk. Gedeputeerde Anita Pijpelink heeft daar al veel energie ingestoken en de Provincie heeft tijdens de coronaperiode ook financiële steun verleend om de cultuur in Zeeland in leven te houden. Maar de vele zzp’ers in de cultuursector zijn moeilijk te bereiken. Daarom proberen we namens hen te lobbyen in diverse netwerken. Zo hebben we samen met gedeputeerden Anita Pijpelink en Jo-Annes de Bat en Marinus Schroevers, voorzitter van de Economic Board Zeeland, plaatsgenomen in een stuurgroep om mee te praten over de Regio Deal Zeeland. Dat heeft ertoe geleid dat in de Regio Deal is opgenomen dat in Vlissingen en Terneuzen broedplaatsen worden gecreëerd: multifunctionele plekken voor kunstenaars, startups en ondernemers, waar ze kunnen werken aan opdrachten voor bedrijven, overheden of particulieren. Verder trekken we samen op met de Provincie Zeeland in de samenwerking met Vlaanderen, in het kader van de campagne om Gent culturele hoofdstad van Europa te maken in 2030. En met Jo-Annes de Bat vragen we in netwerken met het bedrijfsleven aandacht voor de cultuursector. Want zonder cultuur krijgt ook de economie het moeilijk. In de communicatie met burgers heeft het bedrijfsleven creatieve mensen nodig om filmpjes, teksten of andere uitingen te maken. En met cultuurvoorzieningen op een hoger niveau kun je jonge gezinnen verleiden in Zeeland te komen wonen.”
Wat zijn voor u de belangrijkste lessen uit die zware periode?
“Bij alle goede dingen die er nu gebeuren is het belangrijk eens te kijken hoe de cultuursector er nu echt voor staat, om vervolgens een coherente visie voor de lange termijn te maken. Daar is behoefte aan. Wat is de stip op de horizon? Waar steken we geld in? Zodat alle neuzen dezelfde kant op staan. Dat zou ik graag zien in het Zeeuwse.”
Tekst Liesbet Mallekoote