Fractievoorzitters aan het woord (1)
Elders in dit magazine is te lezen hoe de leden van Gedeputeerde Staten en externe partners de afgelopen vier jaar hebben beleefd. Maar hoe waren die jaren voor de fractievoorzitters van de partijen in Provinciale Staten? Wat ging er volgens hen goed en wat had beter gekund? Alle fractievoorzitters werd gevraagd een aantal vragen te beantwoorden. Zes van hen maakten van die gelegenheid gebruik. Deel 1: Hannie Kool (CDA) en Jan Henk Verburg (CU).
CDA, Hannie Kool
Wat was het hoogtepunt van de afgelopen vier jaar?
We hebben aan aantal hoogtepunten waarin beleid op een goede en positieve manier tot stand is gekomen en waarin we voor Zeeland een mooie nieuwe ontwikkeling in gang hebben gezet, zoals: de sanering van het terrein van Thermphos, de totstandkoming van de Omgevingsvisie, de energiestrategie, de gezonde financiële huishouding van de provincie, het pakket Wind in de Zeilen met alle nieuwe mogelijkheden voor de provincie, maar ook de resultaten nu in het standpunt van het Rijk om de Westerscheldetunnel op korte termijn tolvrij te maken
Wat was het dieptepunt van de afgelopen vier jaar?
Voor het CDA was het afblazen van de komst van de marinierskazerne naar Zeeland een absoluut dieptepunt. Maar ook de grote gevolgen van corona voor de maatschappij, scholen en mkb geldt als een dieptepunt voor de samenleving. Eveneens was de nieuwe informatie van PFAS-lozingen in de Westerschelde een dieptepunt en de beperkte actie van de minister daarin.
De beste actie van u / uw fractie?
Ook hier willen wij er enkele noemen. Een van de belangwekkende acties was de motie waarin het CDA het Deltaplan zoet water in gang heeft gezet. Maar ook de acties om familiebedrijven op de economische agenda te krijgen, steun voor ondernemers in coronatijd en nu opnieuw (via een Statenbreed aangenomen motie) steun voor bedrijven en instellingen in deze tijd van zeer hoge energieprijzen. Eveneens onze inzet voor een tolvrije Westerscheldetunnel. Ook de moties van het CDA om vaart te maken in de bouw van woningen en daarvoor versnellingstafels in te richten, is nog steeds belangrijk.
We hebben ons hard gemaakt voor een evenwichtig ‘stikstofbeleid’. Het belang van de Zeeuwse agrariër in deze telt bij ons erg zwaar. Het gevoerde beleid heeft positieve reacties opgeleverd in de Zeeuwse (agrarische) wereld.
Wat zou u / uw fractie anders doen in een nieuwe periode?
Wat blijft is dat we veel contact hebben met de inwoners van Zeeland. Wat het CDA hoopt en verwacht is dat we in PS een goede discussie met elkaar kunnen hebben, in alle openheid en met respect voor ieders mening. De enorme beperkingen van de samenleving in coronatijd zouden wij niet opnieuw willen meemaken, voor geen enkele reden.
CU, Jan-Henk Verburg
Wat was het hoogtepunt van de afgelopen vier jaar?
We hebben gezien dat er mooie zaken voor onze kenniseconomie tot stand zijn gekomen met de middelen uit de diverse steunpakketten van het Rijk: het Joint Research Center van Campus Zeeland en hopelijk volgt binnenkort ook het Delta Climate Center. Verder was de aankoop van waterbedrijf Evides een mooie opsteker, de aangekondigde vervroegde tolvrijstelling voor de Westerscheldetunnel en hebben we grote stappen gezet met hernieuwbare energie.
Wat was het dieptepunt van de afgelopen vier jaar?
In Zeeland liepen we tegen veel grenzen aan: teveel stikstof, te weinig woningen en het OV onder druk. Maar de gevolgen van de coronapandemie vormden wat ons betreft echt een dieptepunt. Veel jongeren ervaren nog steeds mentale klachten, al zagen we soms ook hartverwarmende initiatieven.
De beste actie van u / uw fractie?
Wij zijn er trots op dat we op ons initiatief bezuinigingen op biodiversiteitsprojecten hebben teruggedraaid en dat ecologisch bermbeheer nu structureel wordt gefinancierd. De schepping zucht en verdient al onze zorg en aandacht. Ook zijn we blij dat onze moties die behoud van een goed openbaar vervoer in Zeeland tot doel hadden breed gesteund zijn, vooral heel belangrijk voor kwetsbare groepen.
Wat zou u / uw fractie anders doen in een nieuwe periode?
We hebben gezien – en de Rekenkamer heeft ons daarin bevestigd – dat de beleidsdoelen vaak vaag werden geformuleerd en beleid soms verkokerd was. Een volgende periode zouden we vroegtijdig meer aandacht willen besteden aan een scherpere kaderstelling en zoveel mogelijk integraal beleid. Onze ruimte is schaars en moeten we daarom samen slim meervoudig benutten. En het is zaak om de financiën te vinden om de gemaakte plannen voor onze opgaven voor ons waardevolle Zeeland goed uit te voeren.