Afsluitend gedicht
Gedicht
De commissaris krijgt het hele jaar door uiteraard allerhande adviezen, suggesties, plannen en rapporten. Vanuit de eigen provinciale organisatie, van andere overheden, belangenverenigingen, maatschappelijk organisaties maar ook van inwoners van Zeeland. En soms van daarbuiten. Zo kwam er in oktober een opmerkelijke mail binnen van meneer Van Bavel uit Helmond.
Van Bavel meldde de commissaris dat er uit de nalatenschap van zijn overleden vader Tiny van Bavel onder meer door die laatste geschreven boeken, verzen en verhalen naar boven waren gekomen. Een van de gedichten trof Van Bavel in het bijzonder, zo schrijft hij. “Het is namelijk een groot eerbetoon aan de provincie Zeeland, waarin de schoonheid en kracht van Zeeland maar vooral ook de wilskracht, doorzettingsvermogen, eendrachtige samenwerking én eensgezindheid van de bewoners van Zeeland wordt benoemd en geroemd.” De Van Bavels brachten tientallen jaren hun vakantie in Zeeland door en met name senior was “ontzettend veel van Zeeland gaan houden. Deze grote liefde is terug te vinden in het door hem geschreven gedicht.”
Han Polman: “Als dank voor die vriendelijke woorden sluit ik mijn jaarverslag graag af met het gedicht van Tiny van Bavel, dat hij eind jaren ’50 heeft geschreven, zo begrepen wij van zijn zoon.”
LUCTOR ET EMERGO
Nederland Gij waterlandje,
Door de golven nauw omringd,
Striemend heeft de oorlog
Jouw lief aanzien fel verminkt.
De oorlogsstorm meedogenloos razend,
Heeft met niets ontziende kracht,
Zonder omzien zwiepend, blazend,
Veel vernield van Hollands pracht.
Maar de zwaarste slag van allen,
Is ons Zeeland toegebracht,
Waar de zee veel moois vernield heeft,
Met een vernietigende kracht.
Zeeland, land van wind en water,
Door de golven nauw omstoeid,
Gij dwingt eerbied voor Uw wapen,
Waarin volk en land zijn samengevloeid.
Gij blijft in Uw spreuk geloven,
Nu geschreven met uw bloed,
Zeeland worstelt en komt boven,
Volk van kracht en heldenmoed.
Nooit zag ik een volk zó krachtig,
Nooit zó stoer, zó eensgezind,
Nooit vocht een volk zo eendrachtig,
Tegen water, storm en wind.
In dat land wordt nog gestreden,
Waar de zee met felheid beukt,
Zeeland, zwaar hebt u geleden,
Uw kracht blijft uw wapenspreuk.
Heel ons volk heeft nu begrepen,
Iedereen ziet duidelijk in,
Het heeft een ieder aangegrepen,
Uw eenvoudige wapenzin.
Zeeland laat uw spreuk nu schallen,
Voert uw vlag met trots ten top,
Heel ons volk roept met zijn allen,
ZEELAND WORSTELT EN RIJST OP.
Tiny van Bavel (eind jaren ’50)