Afsluitend gedicht: 150 keer sorry
“Mijn naam is Mira van der Bliek en samen met mijn moeder heb ik dit gedicht geschreven.” Zo begon Mira haar voordracht op 1 juli in de Nieuwe Kerk tijdens de bijeenkomst waarin burgemeester Bergmann (namens de gemeente Middelburg) en ik (namens het Provinciebestuur) excuses aanboden voor de rol van de voorgangers van ‘onze’ besturen in de periode van slavernij. Elders in dit jaarverslag meer daarover. Het werd een heel mooie bijeenkomst waarin verschillende kinderen zelfgeschreven gedichten voordroegen. Dat van Mira en haar moeder staat hiernaast, als afsluiting van mijn jaarverslag.
Han Polman
150 keer sorry
Het was een klein beetje als belletjelellen
Ik belde honderdvijftig keer aan
En jij moest steeds van die lange trap af naar beneden
En er stond weer niemand voor de deur.
Je had misschien bezoek verwacht
Vrienden of verre familie
Misschien lieten zij die bloemen achter op de stoep
Kleine schelpjes op een hoop.
Na een keer of honderd kreeg ik spijt.
Die lange trap, die lange tijd.
Ik bel weer aan.
Ik blijf nu staan.
Samen met mijn moeder en een stopwatch
heb ik opgemeten hoe lang het duurt
om honderdvijftig keer excuses te maken.
Honderdvijftig keer sorry zeggen duurt vier minuten.
En dat is als je rustig praat,
terwijl je liever snel gaat.
Wat gebeurt er als er iemand bij je aanbelt, niet wegrent,
vier minuten langzaam sorry zegt?
Pak je er dan een stoel bij,
Ga je alvast wat koken, gooi je liever de deur dicht
omdat tijd nu eenmaal kostbaar is?
Sorry is het zwaarste woord
het allerlangste korte woord
een lied met ladders door de tijd
magie voor gisteren en morgen.
En als ik dan stil hou, nog steeds niet weggerend. Zal ik eindelijk durven vragen bij wie ik nu heb aangebeld.
Mira van der Bliek en Marloes Matthijssen