Excuses slavernijverleden
Op 1 juli 2023 sprak commissaris Polman bij de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij. Daar bood hij namens het provinciebestuur excuses aan, “(…) aan hen die hebben geleden onder het handelen van onze rechtsvoorgangers; de tot slaaf gemaakten, hun nazaten en aan de mensen die de gevolgen van het onrecht van toen vandaag nog ervaren.”
“Het is belangrijk om onze eigen geschiedenis te erkennen, zeker waar het gaat om gebeurtenissen die een grote impact hadden op medemensen en hun manier van leven”, zo kijkt de commissaris terug op het aanbieden van die excuses. Omdat het huidige provinciale bestuur van Zeeland feitelijk de rechtsopvolger is van de vroegmoderne Staten van Zeeland was het volgens hem niet meer dan logisch excuses aan te bieden. De Staten van Zeeland waren immers medeverantwoordelijk voor de Zeeuwse deelname aan slavenhandel en slavernij. “Het is goed te erkennen dat het gebeurd is. Dat het niet goed is dat er gehandeld werd in mensen, dat er op ze werd neergekeken.”
Geen schuld
Tegelijkertijd is het ook goed te benoemen wat het aanbieden van excuses niet betekent. “Wij, in het hier en nu, zijn natuurlijk niet persoonlijk schuldig aan die slavernij. Maar dát het gebeurd is, heeft tot op de dag van vandaag effect op onze samenleving. Daarom was het voor de nabestaanden van tot slaaf gemaakten belangrijk om excuses te maken. Het helpt hen en ook ons allemaal in de verwerking van dat verleden.”
Kenniscentrum
Toen premier Rutte in december 2022 excuses maakte namens de Nederlandse staat, zette hij “geen punt maar een komma”. Voor Zeeland geldt hetzelfde, het gesprek erover gaat door. Zo onderzoekt dr. Dienke Hondius (Vrije Universiteit Amsterdam) het komende half jaar of er in Zeeland een kenniscentrum Slavernijverleden kan worden opgericht. Daar zijn diverse Zeeuwse instituten bij betrokken, zoals het Zeeuws Archief en University College Roosevelt. “Het is niet iets om trots op te zijn, maar de archieven van de Middelburgsche Commercie Compagnie zijn Werelderfgoed. Dit materiaal en de kennis die we erover hebben, kunnen we bundelen en beschikbaar stellen aan mensen die hier onderzoek naar willen doen. Zo’n kenniscentrum zou hier dus heel goed passen.”