De kazerne die niet kwam


“Op een gegeven moment ben je ervaren genoeg om te weten dat de hazen lopen zoals ze lopen. Dan moet je je verontwaardiging laten zien, je boosheid.”

Half januari tweette een doorgaans goed geïnformeerde journaliste het gerucht dat de verhuizing van de Marinierskazerne naar Vlissingen niet door zou gaan. Was de oorspronkelijke reactie van de Zeeuwen nog het fronsen van de wenkbrauwen (“we hebben duidelijke afspraken met het Rijk”), al snel ging dat over in onverholen boosheid. Zeker toen het gerucht uiteindelijk werd bewaarheid.

Direct na die eerste tweet werd er vanuit het Zeeuwse contact opgenomen met Defensie. Om ‘even’ te horen dat het gerucht onzin was. Maar de ontkenning volgde niet, overigens net zo min als dat staatssecretaris Visser direct toegaf dat het gerucht klopte. Onbestaanbaar, volgens Polman.

Bizar "Het is bizar hoe het gegaan is. Het kon gewoon niet waar zijn. Verschillende gemeenten waren in diezelfde tijd nog bezig de komst van oefenterreinen voor te bereiden… Maar we herpakten ons snel. In heel goede samenwerking met de gemeente Vlissingen hebben we meermaals en op alle niveaus contact gezocht met Den Haag – ambtelijk en bestuurlijk, persoonlijk en met brieven. En steeds met dezelfde vraag: wij gaan ervan uit dat de kazerne gewoon komt maar de geruchten worden nu wel heel sterk. Kunt u aan ons bevestigen dat de marinierskazerne over een aantal jaren in Vlissingen staat?’ Die vraag stelden we, vanuit de Provincie gedeputeerde Dick van der Velde en ik, aan Defensie, aan het Kabinet en aan Mark Rutte persoonlijk."

Slag in het gezicht Hoewel alle seinen op rood stonden, volhardden de Zeeuwen in hun geloof dat de kazerne zou komen. Tot staatssecretaris Visser op de avond van 11 februari, krap een maand na het eerste gerucht, toegaf dat wat haar betreft de verhuizing zou worden afgeblazen. Een slag in het gezicht van de Zeeuwse bestuurders – die fel van zich afbeten. "We hebben het ook politiek-bestuurlijk geladen en op de hoogste nationale politieke agenda gekregen. Daarnaast hadden we in de afgelopen jaren domweg afspraken gemaakt met verschillende bewindslieden; contracten en uitvoeringsovereenkomsten getekend."


De commissaris maakte indruk met zijn optreden in het televisieprogramma Buitenhof, waarin hij voor een bestuurder ongekend hard (“we zijn besodemieterd”) uithaalde naar het Kabinet. "Op een gegeven moment ben je ervaren genoeg om te weten dat de hazen lopen zoals ze lopen. Dan moet je je verontwaardiging laten zien, je boosheid. Dat was dus een bewuste strategie, maar ook zeer gemeend. Er is niets gespeeld in dit hele verhaal."

Contractbreuk Wat misschien nog wel het meest stak, was dat Zeeland in de loop der jaren een handvol Rijksdiensten had zien verdwijnen. "Daar hebben verschillende leden van verschillende kabinetten over gezegd: ja, maar jullie krijgen de MarKaz. Dat was de worst die ons altijd was voorgehouden, het doekje voor het bloeden. En dat gegeven maakte de situatie ook breder dan alleen Defensie. Dat maakte het een probleem van het hele Kabinet. Daarom konden we de politieke druk ook opvoeren en zeggen: jullie kunnen dit niet eenzijdig zomaar besluiten. Dan pleeg je contractbreuk en schaad je het vertrouwen van de Zeeuwen in de politiek, in de overheid. Jullie wekken hiermee de indruk dat alles buiten de Randstad er niet toe doet en dat afspraak is afspraak voor het Rijk blijkbaar niet geldt. Hoe denk je dat mensen in Groningen, Friesland of Limburg hiernaar kijken? Want, laten we wel zijn, de regering heeft de regio’s hard nodig bij het realiseren van verschillende doelen op allerlei terreinen.”

Bussen vol Zeeuwen De duidelijke Zeeuwse woorden kwamen aan in het Haagse, al besloot de Tweede Kamer uiteindelijk in te stemmen met een andere locatie voor de kazerne uit Doorn. Maar met dank aan de politieke druk – daarbij geholpen door bussen met Zeeuwen die naar Den Haag gingen – werd er een dubbelbesluit genomen. De kazerne ging dan weliswaar niet naar Zeeland maar de regio moest daarvoor ruimhartig worden gecompenseerd. En zo geschiedde. Zie daarvoor elders in dit Jaarverslag.

Ambassadeurs